Lada is zorgvrijwilliger in de hospice en van buitenlandse afkomst. Ze is trots op zichzelf: ’Als ik het kan, kunnen meer buitenlandse mensen het.’ Soms is het werken lastig vanwege de taalbarrière, maar dat weerhoudt Lada er niet van om zich er vol in te storten. Pluk de dag is haar motto. ‘In augustus ben ik tien jaar in Nederland en werk ik drie jaar in Hospice Schagen.
Ik kom oorspronkelijk uit Tsjechië. Ik kwam hier in Nederland omdat ik mijn liefde volgde; hij was Frans en samen spraken we Engels. Ik heb een inburgeringscursus gedaan om de Nederlandse taal te leren en andere zaken die bij het Nederlanderschap horen, daarna heb ik nog een extra studie Nederlands gedaan bij het ROC. Ik sprak alleen thuis niet zoveel Nederlands. Mijn vriend was erg ziek en we zijn door een moeilijke tijd gegaan.
In de hospice ben ik veel meer Nederlands gaan spreken.’ Er komen ook buitenlandse gasten in de hospice en iedere keer als Lada goedemorgen zegt, vraagt men waar ze vandaan komt. Dit opent gelijk een gesprek. Ze is dankbaar dat ze in de hospice mag zijn. ‘Het is geen werk. Het is een levensmissie voor mij.’ De vriend van Lada is drie jaar geleden overleden en haar dochter woont in Tsjechië. Ze is dus helemaal alleen in Nederland. Bij het gemeentehuis raadden ze haar aan om in de hospice te gaan werken, wat ze pertinent niet wilde. ‘Ik zei nee. Iedereen gaat dood en ligt in het ziekenhuis, dus dat ga ik niet doen.’ Annemieke, de zorgcoördinator, belde haar nadat Lada een artikel had geschreven voor een vrijwilligersblad over de zorg. Lada ging op gesprek bij Germa en toen wist ze dat dit precies was wat ze wilde gaan doen. ‘Ik wil hier voor altijd blijven, al is het maar met mijn hart. Er zijn nergens zulke lieve mensen als hier. Ik voel me hier fijn.’
Mensen weten vaak niet wat een hospice is, beseft Lada. De meeste mensen denken dat het zwaar werk is, maar weten niet wat het echt inhoudt. ‘Als ik een klein beetje een glimlach heb kunnen geven aan de gasten, dan ben ik blij. Soms zijn er niet zoveel woorden nodig, maar wel de aandacht. Een liefkozing is zo belangrijk en zo goed. Ik wil alles leren, zeker in het begin. Ik heb alle diensten geprobeerd.
De ochtenddienst past mij het beste. De zorg, helpen met douchen, toilet, even praten. Ik doe alles graag en ik ga ook graag aan de slag. Ik heb zo’n groot hart met liefde, maar niemand om het aan te geven. Dat ik dat hier wel kan doen is heel mooi.
Ik leef mijn leven ook anders dan vroeger. Ik kan nu echt genieten. Ik zie dat de mensen nog zoveel willen, maar niet meer kunnen. Ik ben blij dat ik het nog wel kan doen. Ik heb bijna de leeftijd dat mijn moeder overleed, dus ik wil nog het leven plukken. Mijn dochter is zwanger, dus ik wil genieten van het kleinkind dat gaat komen. Vanmorgen heb ik gehoord dat alles goed is met de baby. Ik was zo blij. We hebben allebei gehuild. Goed nieuws dus. In mijn familie heb ik vooral veel dood gezien, nu komt er nieuw leven. Dat is prachtig. Ik kan het vasthouden, kussen en knuffelen.’
Voor Lada is het werken in de hospice helend. Zo kan het ook! ‘Mijn man was zes jaar lang heel ziek. Ik ben op alle afdelingen geweest in het ziekenhuis en nooit iets gehoord van een hospice. Van de dokter kreeg hij tot de laatste veertig dagen hoop dat hij nog kon blijven leven. En dat klopte, hij is na veertig dagen overleden, maar de hele tijd in het ziekenhuis gebleven. Ik begrijp waarom, maar er is weinig tijd voor de patiënten en elke keer is er iemand anders.
Ik denk dat het leven een groot boek is: bij de geboorte is er altijd iemand, de moeder, vader, een grote familie. Dan gaat het in het leven up en down. En het is ook goed als iemand niet alleen is in deze laatste fase, want tot het einde blijf je mens. Daarom is de hospice zo goed en daarom ben ik hier zo graag.’