Dokter aan het woord

Een keer per zes weken komen huisartsen, de wijkverpleging en mensen die in de hospice werken of in een zorgcentrum samen in Hospice Schagen tijdens het PaTzoverleg (PaTz staat voor Palliatieve Thuiszorg). Zij bespreken dan casussen of dragen zaken aan waar ze recent mee zitten. Zij doen dit onder begeleiding van iemand die gespecialiseerd is in palliatieve zorg. Dit heet Advanced Care-planning. Dokter Schouten uit Schagen is een van de deelnemers aan het PaTz-overleg. Voor zijn eigen patiënten of als vervanger van dokter Meijer (onze ‘vaste’ hospice arts) komt dokter Schouten regelmatig in de hospice.

Dokter Schouten: ‘Als patiënten zo ziek zijn dat ze binnen korte tijd zullen overlijden, bespreek je als huisarts hoe het gaat, wat de patiënt wil en wat de mogelijkheden zijn; je bespreekt euthanasie en palliatieve sedatie. Je moet boven zien te krijgen wat de mensen denken. Je kunt de hospice als optie voorleggen. Ik raad ze vaak aan om daar eens te gaan kijken. De meesten zien het als een rustige en fijne plek en dat geeft rust.

Soms lijkt het alsof er een kentering is in de ziekte en wordt de beslissing genomen om naar de hospice te gaan. Maar na goede verzorging, geestelijk en lichamelijk en als de zorgen van de patiënt weg zijn en hij of zij tot rust komt, dan kan er ook weer een opleving zijn. Afhankelijk van de ziekte gaat de patiënt uiteindelijk toch wel achteruit en daarmee begeleid ik de mensen.’

Huisartsen geven een indicatie om naar een hospice te gaan als de levensverwachting niet langer dan drie maanden is, als patiënten dus terminaal zijn. Die verklaring van deze inschatting ondertekenen zij als huisarts. Daarnaast is het ook belangrijk dat men thuis de zorg niet meer kan handelen. De huisartsen zijn niet de beslissers, de wens moet vanuit de patiënt komen. Zij sturen soms wel als het thuis echt niet meer gaat, maar kunnen mensen niet naar de hospice sturen. Dokter Schouten: ‘Het kenmerkende van een hospice is dat je rust en optimale verzorging kunt bieden en een fijn laatste stukje van het leven kunnen beleven. De last van de verzorging ligt niet meer bij de naasten.

Je kunt dus nog goed afscheid nemen. De continuïteit van de zorg is heel belangrijk. In de hospice zien de medewerkers en de vrijwilligers de veranderingen bij de patiënt, zij overleggen met ons

in welk stadium de patiënt zit. Wij komen dan om te bespreken welke stappen we gaan nemen om het laatste stukje zo makkelijk mogelijk te maken. We overleggen met de patiënt en de nabestaanden, als dat mogelijk is, welke keuze we maken. Gaan we voor slaapmedicatie, misschien voor euthanasie, voor pijnstilling, morfine geven of kiezen we voor combinaties hiervan.

Verder verzorgen wij de patiënt ook echt als huisarts. Het is niet alleen stervensbegeleiding, er zijn veel klachten waarbij wij nog kunnen helpen of adviseren. Bij patiënten van buitenaf heb je geen tijd om eerst kennis te maken, je bent meteen de huisarts en helpt de mensen in de hospice zoals je je eigen patiënten helpt.’

Euthanasie komt niet zo vaak meer voor in de hospice. Dat beslissen mensen vaak eerder en heel bewust. Voor euthanasie moet een patiënt aan bepaalde voorwaarden voldoen, dit wordt getoetst door de scanarts en er moet een tweede opinie komen. Men spreekt echt een moment af, waarop de huisarts de patiënt met een middel in heel korte tijd laat overlijden.

Met palliatieve sedatie zorgt de huisarts dat iemand pijnvrij slapende gehouden wordt en het natuurlijk overlijdensproces gaat dan zijn gang. Men geeft dan continue medicatie zodat hij of zij geen pijnklachten meer ervaart en in slaap blijft.

Dokter Schouten: ‘Het laatste stukje zo makkelijk mogelijk proberen te maken, dat is wat je met palliatieve sedatie doet. Je eigen patiënt mogen begeleiden in het laatste stukje is soms zwaar, maar als je ervaart dat ze in de hospice de rust krijgen om te sterven, dan is dat fijn.’

 

_33A8936 _33A8936