‘Zorg in laatste levensfase is van ons allemaal’

November 2017

Overleden in 2016 nog 89.000 mensen als gevolg van een chronische ziekte, in 2020 zal dat aantal door de toenemende vergrijzing vermoedelijk 100.000 zijn. “Dit betekent dat de behoefte aan zorg in de laatste levensfase toeneemt”, zegt Chantal Holtkamp, directeur van Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg Nederland (VPTZ Nederland). Omdat mensen tegenwoordig langer thuis wonen, zal het percentage mensen dat hiervan thuis sterft nog sterker toenemen.

 

Welke gevolgen heeft dat voor de palliatieve terminale zorg?

“In een zorginstelling is 24 uur per dag zorg aanwezig, maar in de thuissituatie is dat doorgaans niet zo. In de laatste levensfase is dat, zeker aan het einde, vaak wel nodig. Het gevolg is dat er veel druk ligt op beroepsmatige thuiszorgorganisaties om de zorg te bieden die eerder in instellingen werd geleverd. Het lukt lang niet altijd om met professionals aan de 24-uursbehoefte te voldoen, met als gevolg dat iemand tegen zijn wens in toch in een ziekenhuis of verpleeghuis belandt.”

 

Wat is er nodig om thuis passende zorg te kunnen bieden?

“We moeten ons realiseren dat zorg in de laatste levensfase iets is van ons allemaal. Dat betekent dat het een samenspel is van mantelzorgers, opgeleide vrijwilligers en professionals. De mogelijkheid om vrijwilligers in te zetten is momenteel nog bij lang niet iedereen bekend en wordt nog te weinig benut. Ook de beeldvorming over hun deskundigheid klopt niet altijd, want vrijwilligers zijn goed opgeleide mensen. Natuurlijk kunnen ze geen verpleegkundige zorg verlenen. Dat is ook niet de bedoeling. Zij kunnen echter wel veel uren aanwezig zijn bij patiënten, hen aandacht geven en het signaleren als hun situatie verandert. Zo kunnen ze mantelzorgers ondersteunen en ontlasten en tijdig de beroepsmatige zorg inschakelen als dat nodig is.”

 

Hoe kan eerder bekendheid gecreëerd worden met het belang van de vrijwilligers?

“Mensen zijn over het algemeen heel dankbaar voor de geboden hulp van vrijwilligers. Vaak zeggen ze dat ze hen veel eerder hadden moeten inschakelen. Wij zien nogal eens dat vrijwilligers te laat worden ingezet, soms omdat thuiszorgorganisaties de mogelijkheid niet eerder aanbieden, maar ook omdat de familie tijd nodig heeft om te wennen aan het idee dat er een vrijwilliger in huis komt. Ons speerpunt voor 2018 is om samenwerkingsafspraken te maken met thuiszorgorganisaties, zodat zoveel mogelijk mensen in de laatste levensfase tijdig hulp van een vrijwilliger kunnen ontvangen.”

 

Interview met Chantal Holtkamp (bron: PMG, Regie in de zorg, oktober 2017)

Chantal Holtkamp Chantal Holtkamp